Dinsdag 8 april t/m zondag 13 april - Reisverslag uit San Francisco, Verenigde Staten van Joost Binnerts - WaarBenJij.nu Dinsdag 8 april t/m zondag 13 april - Reisverslag uit San Francisco, Verenigde Staten van Joost Binnerts - WaarBenJij.nu

Dinsdag 8 april t/m zondag 13 april

Blijf op de hoogte en volg Joost

15 April 2014 | Verenigde Staten, San Francisco

Dinsdag 8 april. Dinsdagochtend werd ik wakker met een knagend verlangen naar fruit. Om dit voorstadium van scheurbuik te bevechten, ontbeten we gratis in het hostel met vele fruitschaaltjes en wat besmeerde bagels. Om onze vriendinnen van de donutplace niet teleur te stellen, haalden we de koffie daar en wandelden we richting Union Square voor een gratis ‘Wild SF walking tour’. Dit concept is blijkbaar over komen waaien uit Europa, waar zo’n wandeling altijd enorm vermakelijk en informatief is en bijna in iedere metropool voorhanden. Geleid door opperhipster ‘Wild Wes’ vlogen drie uur voorbij, met hieronder een selectie van de highlights:
• Wes’ muzikale begeleiding op de ukelele bij iedere stop. Zelfgemaakte liedjes waarbij uitgebreid meegezongen werd, midden op straat.
• De legende van Shanghai Kelly: de barman van de gelijknamige bar, die bekendstond als ‘shanghaier’ (= kidnapper) van zeilers voor de Chinese kapitein zonder bemanning. De bemanning had namelijk geregeld de neiging om eenmaal in de haven het op een lopen te zetten om deel te nemen aan de overhypete Gold Rush. Hun kapiteins zochten dus geregeld nieuwe bemanning, die natuurlijk niet zomaar gevonden werd tijdens de Gold Rush. Deze niche in de markt werd al snel opgevuld door mannen als Shanghai Kelly. De legende gaat dat hij in één grote actie 100 man zou hebben geshanghai’d door ze uit te nodigen op een schip, cocktails met opium te geven (te drinken tijdens een toast) en ze vervolgens aan twee kapiteins te verkopen die verderop wachtten. Uiteindelijk kwam de gekaatste bal onverwachts terug voor Shanghai Kelly en werd hij zelf geshanghai’d door een matroos die weer terug wist te keren naar San Francisco . In Shanghai wachtten vele oude ‘klanten’ hem op en daar eindigt het verhaal van Shanghai Kelly.
• De City Lights Book Store: hang-out en uitgever van de Beat Generation, waar auteurs en dichters als Jack Kerouac en Allen Ginsberg toe behoorden. Hier kwamen Marvyn en ik goed aan onze quasi-intellectuele trekken met vier boeken van Charles Bukowski (Marvyn) en ‘The Prince’ van Niccolo Macchiavelli (ik). Boven is een reading room, overal staan aanraders van het personeel en ook de Nederlandse literatuur was goed vertegenwoordigd (Koch, Swaab, Mulisch en Nooteboom). Vriendelijk gevraagd of ze een tak in Amsterdam zouden willen openen.
• En vele anderen. Even kort voor mezelf: de herkomst van de term ‘sugar daddy’, de Kerstkapper van Frank Sinatra, de gelukskoekjesfabriek, Maiden Lane, Shinola Detroit, Church of Scientology en ‘Pereiras Prick’.

Hongerig van al het wandelen streken we neer bij Bistr069, een fijn café dat haar terras pontificaal op straat had gezet. Aangezien ik vrij zeker weet dat Marvyn dit toch niet gaat lezen, durf ik het hier te zeggen: er is een niet uitgesproken gezondheidsstrijd uitgebarsten tussen ons, waarin we elkaar elke lunch/diner vanuit onze ooghoeken aankijken als we vragen of de ander een burger neemt of een compensatiesalade. Ik vrees dat dit nog groteske vormen aan gaat nemen (sporten, Green Juice Shakes, dat soort onamerikaanse neppigheid), in welk geval daarover meer.
Hierna werd het tijd om een verzekeringsagent te bezoeken. Op Internet hadden we geblinddoekt een punaise in het scherm gedrukt en die was blijven steken in Robert E. Kennedy Insurances. Bij betreding van het schofterig mooie kantoor bleek gelukkig dat deze agent slechts een kamer (naast de massage & waxing salon) huurde i.p.v. het hele gebouw bezat. Dat maakte het wat persoonlijker. We werden welkom geheten door Jason, die bij de eerste opgestelde quotum tot ieders schrik uitkwam op 400 dollar per maand. Voordat wij het ook maar durfden voor te stellen, stelde hij met Texaans accent voor ‘the details’ wat te ‘smudgen’. Ik kreeg twee jaar extra rij-ervaring en plotsklaps stond de teller op 140 dollar per maand. Dat alles terwijl ik licht autistisch met Jasons bureau-golfset aan het kloten was. Gotta love that American ‘can-do spirit’. In no-time stonden we met een tasje vol verzekeringspapieren weer buiten.
Die avond troffen we eindelijk Alex’ vriend John in een bar, samen met Mike en Mills. John had z’n laatste job interview achter de rug, maar vreesde voor een drugs test in de komende dagen, dus had hij zich kaal geschoren (THC wordt ingebouwd in je haar en is dus veel langer detecteerbaar) en liep hij de hele avond met een selftest in z’n hand, besluiteloos op zoek naar een goed moment. Ze namen ons mee naar de ‘true bars of SF’, waar we de unieke whiskeyshot weggespoeld met Busch, het goedkoopste bier in de States, aangeboden kregen. Dat bleef maar vloeien en het volgende wat ik weet is in het hostel wakker worden op de set van The Hangover. De laatste bar had ik niet eens meer meegekregen.

Woensdag 9 april. Op wat uitdroging na, voelde ik me best prima en ondanks het feit dat ik dus de laatste twee uur van de avond niet meer kon herinneren, had ik nog wel al m’n spullen. Dat is nogal verrassend aangezien ons hostel midden in Junkie District ligt en wij er vermoedelijk minstens even slecht aan toe waren als zij, alleen minder ervaren in slechtgaan, toen we terugkwamen. 10 uur moesten we bij de ferry zijn en sowieso moesten we al uitchecken. Ik kreeg 10 dollar en een medelijdenvolle blik van de receptioniste voor de kamersleutel, waardoor ik me al helemaal op hetzelfde niveau als de junks waande en voelde.
Toch met succes de auto op weten te halen bij onze vriend George en Old Spice kon z’n eerste kilometers tellen onder onze leiding. De eerste bestemming was Eureka, een stad in de buurt van de Redwoods, die we de volgende dag wilden bezoeken.
Onderwijl veelvuldig tierend en mopperend, grotendeels vanwege Amerikaans rijgedrag, eigenlijk vanwege de onwennigheid met OS, bereikten we toch zonder problemen Eureka. Dit leek een droevige stad te zijn zonder enige vorm van attractie, maar die mening was onze hosteleigenaar zeker niet aangedaan. Hij raadde ons aan de volgende ochtend te ontbijten in een koffie-chocolaterie in ‘oldtown’, daarna naar Fern Canyon te gaan en bij thuiskomst in de lokale brouwerij te eten. Bij gebrek aan eigen betere inbreng was dat gelijk ons plan de campagne.

Donderdag 10 april. Uitgebreid de gelegenheid genomen om eindelijk de roes uit te slapen, waarna de koffie-chocolaterie al onze verwachtingen waarmaakte. Ik betaalde me scheel aan een ‘Green smoothie’ en zalmbagel om Marvyn, die ongegeneerd voor de peanut butter syrup waffles ging, voor te blijven in vitaminen.
Aangekomen bij de Redwoods, hoopten we door te steken naar Fern Canyon. Dit bleek 12 mijl down een bedroevend onderhouden en veelal overstroomd pad te liggen. De eerste echte test voor de Dodge (en Marvyn). Met doorgeschoten zenuwen (we hadden alle auto- en verzekeringspapieren uiteraard in het hostel laten liggen…) haalden we dan toch het eind van de weg. Vlak aan het strand gelegen konden we ons Amerikaanse biologieboekje al opentrekken voor een slang en enkele leeuwen in het gras, die bij nadere inspectie gecamoufleerde herten bleken (de leeuwen dan). Even verderop begon Fern Canyon, een vallei van 10 meter breed met wanden van 20 meter hoog, aan weerszijden volledig begroeid met mos en varens. Zachtjes druppelde overal water vanaf en middendoor stroomde een rustig beekje, waar je vaak overheen moest springen of over boomstammen moest balanceren om de verder door te dringen in de vallei. Buitengewoon paradijselijk, zeker toen we zo tegen het einde een volkomen ontwortelde joekel van een boom zo ongeveer de hele vallei versperde. De ideale plek voor een kleine chilling.
Op de weg terug nog wat door de bossen gereden en het strand bezocht, maar niks verdiende nog een vergelijking met Fern Canyon, dus konden we tegen vieren aanschuiven in de brouwerij.
Marvyn begon al tekenen van onthouding te vertonen, dus hij bestelde haastig een ‘tasters’ palet van 10 bier, terwijl ik ‘m walgend aan bleef staren. Prima gegeten verder, waarna een stevig aangeschoten Marvyn niet meer te overtuigen was dat twee keer op dezelfde plek eten binnen een tijdsbestek van 4 uur niet nodig was. En eigenlijk had ik ook geen behoefte iets anders te zoeken, laat staan te koken. Dus na een siësta meldden wij ons weer bij de barvrouw voor een tweede gang, die wederom droop van het vet (want ik had die ochtend iets gezonds gehad).
Ik wilde Marvyn wilde graag nog even alle pockets van de tafel laten zien en nadat dat drie keer gebeurd was, zat onze tijd in Eureka er alweer op.

Vrijdag 11 april. Dit was de eerste serieuze rijdag van velen die nog zullen komen. 10 uur de deur uit, ’s avonds zeven uur aankomen in Yosemite National Park. Dit had korter gekund als Marvyns scenic detour geen drie uur extra i.p.v. de beloofde 20 minuten had geduurd. Wel gedeeltelijk een mooie route en we kregen chocolate chip cookies van de General Store houdster van Platina toen we bij haar geen benzine konden krijgen i.v.m. een pompdefect. Goede dingen, behalve dat we heuvelafwaarts alles in z’n vrij, de airco uit en de ramen dicht moesten doen om Red Bluff te halen en te tanken.
Daarna door bloedeloos Sacramento gereden, door naar nog wat betekenisloze stadjes. Toen we eindelijk tegen de avond de afslag naar Yosemite namen, waren we gelukkig ineens alleen op de weg, tussen prachtige heuvelachtige boerderijen waar het avondlicht mee speelde en kwamen we als klap op de vuurpijl ook nog een fruitkraam tegen (onnodig piepende banden bij de noodstop voor extra dramatisch effect).
Onze hostel voor twee dagen was vlak buiten het park gelegen. Na aankomst gelijk in bed gedoken voor een stevige hike morgen.

Zaterdag 12 april. Als laatste van de 12 bed dorm opgestaan, al moet daarbij vermeld worden dat de eersten om half zes er al naast stonden. In de tourist information office wonnen we wat informatie in over de mogelijke trails. Ik voelde me een groot klimmer sinds afgelopen zomer, toen enkele Alpen werden bedwongen, maar gelukkig kon Marvyn vrij zelfzuchtig me wat intomen. Een trail van 4 uur heen en terug, langs verschillende hoogtepunten die steeds moeilijker te bereiken waren.
Level 1 was een doodsimpele geasfalteerde klim naar de Vernal Falls. We stonden om 10 uur ’s morgens al zo’n beetje in de rij op de weg voor deze watervallen, maar bereikten de voorlopers al na een half uurtje. Hier vond gelukkig het merendeel van de groep z’n eindstation. Het asfalt ging over in een grindpad met af en toe wat provisorische stenen trappetjes en voerde naar de basis van de waterval, die stuksloeg op enkele rotsen en zo de vallei vulde met waterdamp. Het was een zonnige dag, dus het resultaat was een regenboog die je de hele weg naar boven volgde.
De Vernal falls werden weer gevoed door de Nevada Falls, nog weer ruiger en hoger en het laatste punt waartoe ik Marvyn kon motiveren, maar dat was dan ook wel heel spectaculair. Vlak voor de waterval ogenschijnlijk rustig stromend water dat jaarlijks blijkbaar genoeg toeristen misleidt om hekken eromheen te plaatsen en gek mooi uitzicht over de beklommen vallei.
Op de terugweg werden we vergezeld door New Jersian Bob, een middelbare vent die het boeiende deel van de hele wereld had gezien en op goede voet stond met Max Westerman. En ons aan het eind van de rit ook nog eindeloos op bier trakteerde. Toppertje kortom.
’s Avonds beetje bijgekomen en ervaringen uitgewisseld met dormgenoten, maar iedereen lag er weer vroeg in voor nog een dag hiken of, zoals wij, verder reizen. We hadden met pijn in het hart na een avondlang debat besloten niet 5 uur extra om te willen rijden (op een rit van toch al 12 uur) voor de Grand Canyon op de weg naar Denver. Gelijk wat hostels in wat Lucky Luke-achtige gehuchten als Cedar City en Grand Junction geboekt voor de komende rijdagen.

Zondagochtend 13 april. Debiel vroeg. Nauwelijks aangekleed en ontbijtend in de auto scheurden we Yosemite Park weer binnen. We hoopten hierzo de Rocky Mountains te doorkruisen. Een hardvochtig Road Closed bord hielp ons uit die droom. Bij navraag bleek de sneeuw op de toppen nog niet geruimd te zijn en gebeurde dat alleen in de zomer. Vloekend berekenden we dat dit geintje ons 2 uur extra rijden (totale ingeschatte rijtijd bedroeg nu 10 uur) zou kosten, nu we een noordelijkere route moesten vinden en daarvoor eerst een heel eind terug het Park uit moesten rijden. Eenmaal op de noordelijkere route boven het park om zagen we het wel weer zitten en konden we weer lachen om de kleine dorpjes en hun vergezochte slogans (Mi Wuk: ‘Mi Wuk, You Run’), totdat we na een uur rijden op dit afgelegen weggetje wederom een noodlottig Road Closed bordje vonden, 5 mijl van de weg aan de andere kant van de Rockies die ons naar Cedar City moest brengen. We wilden er nog langs sneaken, maar werden direct door de Highway Patrol gespot. No way but back dus. Onze dromen van een nacht in Cedar City of ons geld terug waren vervlogen. Na drie uur rijden waren we verder van Denver dan toen we begonnen, dus kozen we maar eieren voor ons geld nu het geluk zich eindelijk tegen ons had gekeerd en was ons einddoel Carson City.
Na twee uur rijden reden we een parkeerplaats van een winkelcentrum op om Wifi te jatten van een gesloten Donut Star zodat we onze slaapplekken konden boeken. De Taco Bell waar we ons achteraf op trakteerde bleek echt een fenomenale prijs-kwaliteitverhouding ($1.69 voor een handvolle kaas-aardappelburrito) te hebben en is onze nieuwe favoriete keten. Na deze prijsuitreiking keerden we terug naar de auto, waar een nieuw blikje drama werd opengetrokken.

Ik had bij het afsluiten van de auto de sleutels midden tussen de voorste stoelen laten liggen omdat we zo lang bezig waren op de Wifi en met de lock-knop van de deur de auto afgesloten. Bij zoveel domheid waren we beiden even stomgeslagen. Er was een Auto Parts Store even verderop, dus daar ging ik hulp zoeken. Die vond ik uiteindelijk in een medewerker die ons met een Slimjim (auto-openbreektool) kwam helpen. Na alle voegen van de ramen zonder succes te zijn afgegaan, moest hij echt terug naar de zaak, maar wij mochten het rustig blijven proberen.
Midden op de parkeerplaats van een winkelcentrum met een Slimjim staan wroeten aan een auto ziet er vrij verdacht uit, voor het geval het mentale plaatje nog niet schimmig genoeg was en we waren dan ook meer aan ’t uitleggen wat we deden dan dat we echt opschoten.
Gelukkig bevat ieder episch verhaal een goddelijke interventie en deze arriveerde vandaag in de vorm van Gary de biker. Hij parkeerde naast ons, lachte ons hartelijk uit, vooral ook omdat de sleutel als op een presenteerblaadje in het midden van de auto lag. Terwijl ik net terugkwam van de Auto Parts Store met een kleerhanger had hij er ook al één gevonden. Deze bonden we aan elkaar en door de voordeur in de hoek enigszins open te trekken, kregen we ‘m naar binnen. Wat volgde waren 15 bloedstollende minuten van vloeken, de sleutels schampen met de gevormde haak en omstanders kalmeren. De adem stokte ieder in de keel en ergens slaakte iemand een gilletje toen Gary de sleutels beet leek te hebben, maar bij het binnenhalen de controle verloor en de sleutels onder de bestuurdersstoel kwam te liggen. Een gevoel van ‘ik ben dit begonnen en ik zal dit eindigen’ greep me en ik nam onze creatie van Gary over. Toegejuicht door heel Jackson, althans zo herinner ik het me, slaagde ik erin ondanks het beperkte zicht de haak zo te buigen tegen de stoel dat ie door de sleutelring paste. Toen ook ik beet had werd het stil in Jackson. Met voorzichtige bewegingen manoeuvreerde ik de kleerhangers terug de auto uit. Zweet druppelde in m’n ogen, maar ik had m’n beide handen nodig om de controle niet te verliezen. Gary trok de hoek van de deur nog iets verder open met al z’n kracht, Marvyn stond klaar om de sleutel te grijpen bij de eerste mogelijkheid en uiteindelijk kon hij z’n handen rond de bos sluiten. Jackson ontplofte. Gary sloeg z’n armen om me heen en feliciteerde me, stapte op de motor en was even snel verdwenen als ie verschenen was. Triomfantelijk stapten we in de auto en reden door de toegestroomde juichende mensenmassa heen. Tot laat in de nacht zouden ze feesten en het verhaal navertellen aan de ongelukkigen die het schouwspel niet bij hadden kunnen wonen. Voor een ‘andere’ kijk op de zaken en een foto van ons instrument verwijs ik naar Marvyns blog.
De rest van de rit verliep soepel en Carson City is onze huidige locatie. De saaie rijdag die het beloofde te zijn, was in werkelijkheid een intense dag vol emotionele schommelingen en een goddelijke interventie. Morgen zullen we compensatoir 12 uur moeten rijden om tenminste het andere al betaalde hostel te halen, waarvoor we uitsluitend de Interstate zullen gebruiken. Dus ik vrees dat dat de monotone rijdag zal worden. Voor nu welterusten.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Joost

Hier schrijf ik wel eens wat. Als ik op reis ben vooral. Sinds nu dan.

Actief sinds 19 Maart 2014
Verslag gelezen: 201
Totaal aantal bezoekers 4858

Voorgaande reizen:

09 Maart 2014 - 05 April 2014

Nieuw Zeeland. Beter dan Zeeland.

Landen bezocht: